31 januari 2009

Allemaal beestjes

Panamarenko, Giraf, Kinshasa, 2008?


Heeft Panamarenko hier een kubistische kunstwerk neergepoot? Neen, dit vehikel is de stelling om de waterput te repareren. De pomp is kapot sinds begin september 2008 – twee dagen na onze aankomst. Op 120 meter diepte haalde ze zo goed als drinkbaar water boven. Nu moeten 120 meter metalen buis opgetakeld worden om de pomp onderaan te vervangen. Om te besparen had de overste een aantal amateurs aan het werk gezet die snel en goedkoop beschikbaar waren. Bij het demonteren hebben die mannen een vijftal buizen naar beneden laten donderen zodat de pomp muurvast zit.

Tijd voor een stielman, dachten we. De overste trekt een andere kaart. Na enkele weken deelde ze op haar avondwoordje voor de gemeenschap mee: ‘De put is een heel delicate opdracht. Gisteren heb ik de bijstand van Moeder Teresa gevraagd, en vandaag zou ik jullie willen vragen om de voorspraak van Johannes Paulus II.’ Ondertussen heeft ze ook nog een paar overleden Salesiaanse zusters te hulp geroepen – waaronder één die binnenkort zalig wordt verklaard. De put raakt stilaan overbevolkt. En onze hoop dat er ooit nog water uit de kraan komt, dooft langzaam uit. (Voor de volledigheid: er zijn ook al maanden contacten met een stielman, maar voorlopig is het wachten op Godot.)

Merk op dat de overste zowel in arbeid als in gebed beroep doet op beginnelingen. Waarom geen ervaren vakman zoals Sint-Jozef of een vaste waarde als Sint-Rita? Hoe dan ook: mede door de economische toestand ligt de arbeidsverdeling tussen hemel en aarde hier lichtjes anders dan bij ons. Ander voorbeeld: in een volgestouwde taxi-busje dat me naar de univ brengt, plakt de sticker: ‘Si je conduis, ce n’est pas moi qui conduis, mais Christ qui conduit en moi.’ (Gal 2:20) Zo stelt de chauffeur zijn 20 inzittenden gerust: ‘Niet ik zit aan het stuur, maar Christus stuurt in mij.’ Nooit geweten dat Jezus een rijbewijs had. Verzekering tegen ongevallen wordt hier geregeld met een andere sticker: ‘Dieu seul me protège.’


Urs de gecko,
onze trouwe slaapkamergenoot



Balthasar wijlen het kerstvarken

Mijn enige kameraad op het domein. Alle andere bewoonsters (10 zusters, Nele, 38 Mazzarello’s, 1000 kippen en een kat) zijn ook wel sympathiek, maar als ik eens nood heb aan een gesprek van man tot man… Balthasar heeft het niet gemakkelijk gehad in zijn korte leven. Meer dan eens vergaten ze hem eten te geven – het vorige varken was op een bepaald moment zelfs van honger uitgebroken en had de halve moestuin vernield. Ik heb de verantwoordelijkheid op mij genomen om hem elke avond de etensresten van de zusters te gaan geven. Smerig werk, want afval scheiden kennen ze hier niet. Het principe van twee vuilbakken (GFT en restafval), kreeg ik aan de keukenzuster niet verkocht. ‘Ze gaan toch alles bij elkaar blijven smijten.’ Dan maar elke avond met de blote hand het eetbare gescheiden van de conserven, varkensbeenderen, plasticzakken etc.


Lid van het kroostrijke geslacht Cafard de Kackerlaque


Genesis 3,15


Advent is waakzaam uitzien naar tekenen van Gods komst in de wereld, had ik in Mazzarello uitgelegd. Klonk nogal theoretisch, want buiten wat plastieken dennegroen kom je hier weinig symbolen tegen die kerst oproepen. Een leerkracht zei me: ‘In de advent steken de kleine jongens vuurwerk af. Voor de rest is het een tijd van cadeautjes zoeken en ingrediënten voor een feestmaal.’ Met de crisis is het wel wat minder. ‘En goed gefeest?’ vroeg ik een paar keer. Maar als mensen dan gegeneerd mompelen dat er dit jaar geen geld was, stop je daar snel mee.

Een paar dagen voor kerst werd een slang gedood door de portier. Hij had er zijn plezier in om ze nog wat te doen nakronkelen – waarop onze toegestroomde meisjes telkens gillend wegliepen. Dankbaar thema voor een avondwoordje. De slang staat symbool voor het kwaad dat ons bedreigt. Dat met de geboorte van Jezus het goede overwint, wordt vaak uitgebeeld door zijn Moeder een slang te laten vertrappelen. Maria zet haar hiel op de slang. Het brave Lourdes-beeldje blijkt een sterke vrouw te tonen die moedig de slang te lijf gaat – contrast met de paniek van de Mazzarello’s. Vooral het detail dat de slang in Sanga Mamba nog nakronkelde, maakt van die scène een voorafbeelding van kerstmis zoals wij het hier meegemaakt hebben. Was de slang op kerst al dood? Of kronkelde ze nog na?