18 maart 2009

Politie-serie in 12 staties

Een waargebeurd verhaal over een dolle rit naar de universiteit. Het biedt een spoedcursus 'trek uw plan' (article 15) en meteen een staalkaart van alle soorten corruptie.

Starring: broodbus Don Bosco, chauffeur Papa Paul, broodleverancier Michel, chef bakkerij Ambroise, de stem van de majoor, mevr. de politiecommisaris, pastoor van Saint-Sacrement, 10 agenten, Yves.

5u30-8u00: Hangslot kraken duurt vijf minuten
Een mens wordt niet elke dag door een zuster uit zijn bed gehaald. Zr. Isabelle komt aan ons raam zeggen dat de broodbus vertrekt, want ze willen op tijd zijn. De eerste halte waar we leveren, is een container die is ingericht als broodwinkel. Meteen neemt Michel, de broodleverancier, een betonblok waarmee hij op een groot hangslot begint te kloppen. Na enkele minuten komt de chauffeur, papa Paul, hem helpen met een zware ijzeren stang. Waarschijnlijk waren ze de sleutel kwijt, of hadden ze hem gewoon niet bij. Het is vreemd hoe snel het grote hangslot het begeeft. Het is nog vreemder dat er vijftig meter verder een kerkdienst bezig is, en niemand komt kijken wie die luidruchtige inbrekers zijn. Na deze blitz-actie wachten we anderhalf uur op twee van onze zusters die ons opgebeld hadden dat ze ook nog mee wilden. Tevergeefs. We vertrekken dan maar, maar het is al na 8 uur. Dat is geen goed moment om de stad in te rijden. De politie is dan namelijk volop actief.

8u00-9u30: Vrij in de naam van de Vader
Na nog geen 500 meter worden we al tegengehouden. Papa Paul valt onmiddellijk door de mand. Hij heeft geen rijbewijs. ‘Gestolen’, zegt hij, ‘voor de tweede keer in een paar maand’. ‘Hij is slordig’, zullen de zusters ’s avonds zeggen. Hij gaat het politiebureau binnen met Michel. Ik blijf alleen achter in de bus – tussen honderden broden. Ik weet niet goed wat er van mij verwacht wordt. Ik doe maar niks – volgens Neles principe ‘negeer de politie zoveel mogelijk’. Af en toe komt er iemand aan m’n open raampje (het raampje gaat niet meer dicht) vragen of ik geen 2 broden kan geven, of 100 frank. Het duurt, en het blijft duren. Op zeker ogenblik komt Michel zeggen: ‘ze willen 30 dollar boete ofwel moet hij een nieuw rijbewijs kopen voor 45 dollar’. Geen van beide opties is haalbaar. Uiteindelijk komt papa Paul toch vrij. De pastoor van de parochie waar we net brood hadden geleverd heeft er een uur lang voor gepalaberd met de commissaris.

9u30-11u15: Band plakken in Garage Cité
Bij het volgende kruispunt slaat papa Paul af, want hij wil niet opnieuw tegengehouden worden door de politie en bovendien wil hij de files vermijden. We rijden langs een klein modderig straatje. Plots wijkt papa Paul af van de baan. Bijna tegen de muur stopt hij. Platte band. ‘Geef mij 2000 fr’, zegt papa Paul, ‘en ik regel het wel’. Vervolgens wandelt hij met de band over straat, op zoek naar iemand die die kan plakken. In de cité zitten om de vijf stappen jonge mannen te wachten op werk. Van Michel hoor ik dat ze gisteren ook al drie gaatjes hebben laten vullen. Dagelijkse kost dus. Congolezen zijn wereldkampioen recyclage. Hun wagenpark bestaat grotendeels uit wagens die in de jaren ’80 reeds afgekeurd werden door de Belgische of Nederlandse keuring. Enige uitzondering daarop zijn de 4x4’s. (Symbool van macht – parlementsleden, NGO’s, groothandelaars. De bestuurders ervan beantwoorden aan alle clichés die ook bij ons gelden over terreinwagen-bestuurders.) Papa Paul komt uiteindelijk terug. Ze hadden 2 nieuwe gaatjes gevonden, en de 2 gaatjes van gisteren waren losgekomen. Dat betekende dus meer dan 2000 fr. Hij heeft z’n gsm als pand moeten afgeven.

11u15: Gearresteerd
Papa Paul is zenuwachtig. Als hij ergens wil afslaan, rijdt hij iets te ver, en in plaats van gewoon terug te rijden, zoals een gesticulerende verkeersagent hem duidelijk maakt, blijft hij koppig staan. De politieman komt heftig op hem af gelopen en begint hem de huid vol te schelden, waarop papa Paul, die normaal stottert, in vlot Lingala begint te antwoorden. Dit was mis. De politieman doet teken dat we aan de kant van de baan moeten gaan staan. De politieman neemt nog een politievrouw mee. Ze enteren het busje als volleerde kapers. ‘La loi est la loi,’ lalt hij. ‘Pas de permis? Alors vous êtes arrêtés.’ We worden gearresteerd: dat wil zeggen dat we de twee agenten in ons eigen rijtuig naar het politiekantoor voeren. (Agenten hebben hier geen combi.)

11u30: Omkopen voor beginners
Gelukkig weet Ambroise, de chef van de bakkerij die we een uur tevoren ergens hadden opgepikt, een achterpoortje. Hij belt naar de majoor van Ngaliema, onze wijk. Hij legt de situatie kort uit, en de bevriende majoor zegt dat de politieman hen moet vrijlaten. Ambroise triomfeert en gaat die boodschap brengen aan de politieman. Die ziet dat niet zitten: ‘de wet is de wet’. Bovendien had hij al iets gedronken, dus viel er niet echt mee te redeneren. Maar voor 2000 fr wilde hij ons wel laten gaan. Dat was buiten Ambroise gerekend. Deze man is aangeworven door zr. Isabelle omwille van zijn gierigheid – in Congo een uitzonderlijke eigenschap. Ambroise heeft een tas vol geld, maar meer dan 500 fr kan er niet af, en dat moet dan nog door papa Paul worden voorgeschoten. Papa Paul geeft het enige briefje dat hij bij heeft. De politie is niet tevreden met dit aanbod. (Michel zal later uitleggen dat 500 fr niet goed was omdat hij dat niet kon delen met zijn collega.)

11u45 Worstelen met de arm der wet
Naar het politiekantoor. Papa Paul moet naar binnen. Zijn chef, Ambroise, blijft in het busje zitten. Het is niet zijn zaak, zegt hij. Een kwartier later komt papa Paul terug met de politieman. Die wil de batterij van het busje afnemen zodat we niet kunnen wegvluchten. (Hij weet niet dat papa Paul de enige is in de auto die ooit een rijbewijs heeft gehaald.) Papa Paul zegt dat hij eerst zijn 500 fr terug wil – want ook in geval van corruptie geldt ‘niet tevreden, geld terug’. De politieman wil eerst de batterij. Papa Paul is heel opgewonden over die 500 fr (minder dan een dollar) en begint de politieman te duwen. De politieman grijpt papa Paul bij de kraag en klemt hem tegen de bus. De batterij zit onder de zetel van de chauffeur, open en bloot – net zoals de benzinetank: een plastieken bidon die los tussen de voorzetels staat.



Uiteindelijk koppelt Papa Paul met de nodige vonken de batterij los, en steekt z’n hand uit voor z’n 500 fr. De politieman grijpt echter naar de batterij. Papa Paul duwt de politieman weg, en gooit de batterij achterin. Beiden grijpen elkaar naar de keel. Wanneer de politieman naar de batterij grabbelt, kwetst hij zijn hand. Hij is razend.

12u 45 Charme-offensief: bedanken is niet omkopen
Er wordt een proces-verbaal opgemaakt. Buiten zit de politieman nors voor zich uit te staren, hij wil zich wreken op papa Paul. Wanneer duidelijk wordt dat de commissaris een vrouw is, schiet Ambroise eindelijk in gang: “vrouwen, dat is mijne rayon. Laat mij maar begaan.” Hij komt twee keer naar het busje om een gevlochten brood van 1000 fr te halen, om de vrouwelijke commissaris te bedanken voor haar bereidwillige medewerking. Hij legt me uit dat het helemaal iets anders is om iemand om te kopen, dan iemand achteraf te danken voor medewerking. (Achteraf hoor ik nog dat toen papa Paul gezegd had dat hij maar 500 fr bij had, de politie-agent had gezegd: “de mundele heeft toch geld”. Dat heeft misschien met de veelvuldige arrestaties van die dag te maken: de aanwezigheid van een blanke.)

13u30 Het tolsysteem
We zijn nog maar pas vertrokken of papa Paul doet een inhaalbeweging langs rechts. Opnieuw een politie-agent die nog niet aan zijn bedrag was, beweert Michel. Op vlak van autopapieren lijkt hier wel nultolerantie te heersen. Ook moet de auto picobello in orde zijn. Concreet wil dit zeggen dat ze altijd iets vinden. Er is geen enkele auto in Kinshasa die volledig in orde is. Behalve de jeeps, maar die zijn meestal van machtige mensen die toch nooit geld afhandig worden gemaakt. Michel zegt dat de gewone politie-agent op de straat een soort tollenaar is die voortdurend wagens tegenhoudt en geld int. Op het einde van de dag zou hij een vast bedrag moeten afgeven aan zijn superieur. Als hij niet genoeg binnenbrengt, wordt hij verplaatst. Blijft hij het zo slecht doen, dan wordt hij ontslaan.

14u00 Vriendjespolitiek en dorpsolidariteit
We worden dus een derde keer tegengehouden. Ambroise belt opnieuw naar de majoor. Hij geeft de majoor door aan de politie-agent. De politie-agent wil praten. Hij stapt in. Ambroise is niet alleen vrouwenspecialist, maar kent ook de 5 landstalen. Dat komt nu van pas. Ambroise vraagt van welke streek de agent is (hij had gehoord dat hij Lingala sprak met een accent). De agent zegt dat hij van het oosten komt. Meteen schakelt Ambrois over op Kikongo. Hij heeft vroeger nog als fransiscaan het hele land doorkruist. Hij begint te praten over het dorp waar de agent vandaan komt. Er heerst een opperbeste stemming. De agent zegt: ‘in ’t vervolg niet meer zonder rijbewijs op pad gaan hé’, en stapt uit. Hij heeft wel nog het paspoort van Papa Paul in de hand. Hij krijgt een brood en geeft de pas terug. De agent voegt er nog lachend aan toe: ‘dit is een duidelijk geval van tribalisme’.

15u30 Haal preventief een agent in je wagen
Eindelijk komen we aan aan de universiteit. Over nog geen 20 km hebben we 10 uur gedaan. Te voet was ik er al 2 keer geweest. Ik kan nog net één student zien om me te verontschuldigen. Op de rit naar huis worden we weer tegengehouden door een agente. Haar werkdag zit erop. Ze wil een lift. Een beetje later stapt er nog een agent binnen, met een machinegeweer rond zijn nek. Hij draagt die als een sjakosj. Het volgende kruispunt wenkt ons nog een agent, samen met iemand in burgerkleren. Die laatste mag er niet in van Ambroise, tot de agent zegt dat dit zijn chef is. Wie nog hoger is in rang, heeft geen uniform of machinegeweer als symbool, maar een draagttasje. Hij is degene die geld int van de agenten. Met 4 agenten in de bus moeten we nog op zoek naar bakmeel. Ambroise wilde weer onder de prijs duiken, en heeft nog geen bloem gevonden. We verrijden wel al onze benzine – mooie besparing. Het vervoer gaat vlot nu. Elke keer als er een opstopping is, stapt een agent uit, en laat de andere auto’s achteruitwijken voor de broodbus. Ook worden we niet meer gecontroleerd. Handig.

18u00 Alleen tussen vier flikken
Het is ondertussen pikdonker. We komen aan op een marktje. Er is geen stroom, dus het is rustig. Er is ook minder verkeer, mensen gaan naar huis. De mensen die er nog rondlopen, zijn op zoek naar eten. Er is vanalles: stapels smoutebollen, mango’s, rupsen, popcorn, maniok,… in hele kleine porties verkocht. De markt is best romantisch. Overal staan olielampjes. De sfeer wordt versterkt door de nieuwste snufjes uit China: zo van die sprookjesachtige lampen die voortdurend van kleur veranderen. Het lijkt wel alsof we aangekomen zijn op een decor van Lord of the Rings. Een hobbitdorp. Michel en Ambroise gaan op zoek naar bloem. Ik blijf rustig achteraan in het busje zitten, waar ik al de hele dag een beetje onverschillig heb gezeten. Papa Paul zit een beetje onrustig heen en weer te draaien met de agenten in zijn buurt en zonder rijbewijs. De agenten zijn een beetje verveeld. De vrouwelijke agent gaat ook op zoek naar eten. De agent met de mitraillette gaat op zoek naar ander vervoer. De twee agenten kijken een beetje rond.

18u30 De verlossing
Voor het eerst die dag ben ik een beetje zenuwachtig: ik zit hier in het donker met 2 agenten en zij zien mij waarschijnlijk als een bron van inkomsten. Af en toe kijken ze in mijn richting. Ik bereid al een grapje voor als ze geld gaan vragen. Plots opent één agent zijn mond: ‘Nkembo na tata wa biso’. De andere agent valt in: ‘Alleluia’. Ze beginnen samen te zingen. Een beetje schuchter. Ongewoon: de meeste mensen hier brullen alsof God doof is, maar hun duet is zacht, van een ingehouden schoonheid. Is dit het moment waarover Ambroise eerder op de dag sprak: “Zeg nooit dat je malchance hebt, want dan doe je of het ongeluk macht heeft en dat is bijgeloof. Alles wat gebeurt, heeft een oorzaak en een bedoeling. Je moet goed zoeken naar de oorzaak, en achteraf zal je inzien waarom je een hele calvaire hebt moeten doorgaan.” Heb ik heel deze kruisweg ondergaan om deze 2 ruige mannen op een heel intieme manier te horen bidden?


PS Het verhaal speelde zich af half november - publicatie met vertraging. Sinds die dag heb ik besloten om zoals elke Kinois gewoon ook in één van de overvolle busjes (le transport public: minimum 20 man in camionette) te kruipen om naar de stad te gaan. Veel sneller en geen gedoe.