22 januari 2009

Mon incroyable anniversaire!

Het beeld van de Congolese jeugd die met een lege blik voor MTV hangt, werd gelukkig een paar dagen later gecounterd door een hartverwarmende scène in Mazzarello. Onze meisjes doen nochtans ook niet liever dan voor de buis plakken – als er stroom is. Maar dat heeft hun creativiteit blijkbaar toch niet al te zwaar aangetast.

De meeste verjaardagen in het tehuis gaan in stilte voorbij. Veel meisjes kennen niet eens hun geboortedatum. Bienheureuse had chance. Het was een zaterdag, dus er moest minder gewerkt worden. De kinderen hielden zich op zichzelf bezig. Ze knutselden versiering. Plukten bloemetjes (Afrikaantjes). Zochten kleine geschenkjes bijeen. Ze bereidden een feestmaal: een papaya uit de boom geranseld, een zakje koekjes gekregen van zuster Carine, en een mooi versierde beker met niets in. Ze staken Bienheureuse in hun mooiste kleren. Elk meisje zocht in haar kast iets dat kon dienen. De kleine Marina haalt haar pop die kan dansen en zingen boven.

Toevallig kwam ik langs op het moment dat het feestvarken omringd door een zingend bende haar ereplaats innam. Het feest gaat erg snel. Pakjes worden opengescheurd. (Aha, daar duikt ons schaartje op dat al een paar weken spoorloos verdwenen was…)

De papaya en de koekjes broederlijk gedeeld. Bienheureuse doet alsof ze drinkt. En vervolgens sneuvelt de decoratie in het enthousiasme. Uren voorbereiding voor een vluchtig moment. Daarom juist wordt het vastgelegd. Feesten is gefilmd worden. Op de volgende foto zie je, naast de verwoeste feesttafel, hoe Aicha een kartonnen doos vast heeft: daarmee zal ze de hele tijd cameraman spelen. Vooral tijdens de défilé – waarbij Bienheureuse steeds weer andermans kleren aangetrokken krijgt.


Op een bepaald moment duikt zuster Carine op. Ze heeft haar gsm in de hand waarmee ze filmend door de zaal stapt. Ze interviewt de jarige: ‘Bienheureuse, est-ce que tu es heureuse?’ ‘Oui! Très heureuse!’ Alle kinderen gaan uit de bol. De zuster glimlacht en stapt weg. Een vreemde interventie, denk ik bij mezelf, een beetje als een buitenaards wezen dat een feest binnenwandelt en weer weg flitst. Ze neemt zelf niet deel. Maar voor de kinderen volstaat dit. (Voor mij weer een teken dat we niet te rap moeten oordelen over ‘gebrek aan contact tussen de zuster en de kinderen’. Ze is anders dan wij, dat wel.) Opvoedster mama Tete is ook even door het deurgat komen piepen. “In de zeven jaar dat ik hier werk, heb ik nog nooit zoiets meegemaakt,” zegt ze.

Ze waren creatief. Werkten goed samen. Waren vrijgevig. En leken niet jaloers op de jarige, die zoveel meer kreeg dan gewoonlijk. Hoopgevend was dat de meisjes dit alles deden op eigen initiatief. Spontaan. Er was geen opvoedster of zuster of Yves of Nele voor nodig om hen te begeleiden. Dit relativeert meteen het belang van onze inbreng. Of die bijdrage nu positief is of negatief – hoe dikwijls dramatiseren we niet als we vinden dat er weer iets pedagogisch onverantwoord gebeurd is –, uiteindelijk hangt het niet van ons af of de meisjes ‘goei mensen’ gaan worden.