In het tehuis Mazzarello, waar wij dagelijks vertoeven, verblijven een 40-tal meisjes tussen 7 en 19 jaar die geen familie meer hebben of waarvoor de familie niet wil of kan instaan. De redenen waarom ze er terechtkomen kunnen op basis van hun soms erg karige dossiers als volgt ingedeeld worden:
- Een tiental meisjes zijn wees. Enkele onder hen hebben hun familie verloren in de oorlog, en zijn door de UNHCR (Vluchtelingenorganisatie van Verenigde Naties) naar Kinshasa gebracht.
- Een tiental andere werden door hun familie verstoten omdat ze van hekserij verdacht werden. Als één of ander onheil je hier treft, wordt een oorzaak gezocht, en vaak gevonden in de wereld van kwade geesten. Vooral stiefkinderen worden dan aangeduid als door een demon bezeten.
- Nog andere hebben nog één of meerdere familieleden in leven, maar hun moeder is bijvoorbeeld ‘een zottin’ (vrouw met psychische problemen – verzachtende taal wordt hier in de sociale sector niet gebruikt). Bij een paar kinderen staat er gewoon dat er geen middelen waren om ze op te voeden.
- Een laatste groep kinderen werd achtergelaten op straat. Bij hen is er geen spoor meer terug te vinden van familie. De jongste spruit bijvoorbeeld werd op 6-jarige leeftijd door haar moeder achtergelaten op de markt. “Wacht hier even. Ik kom direct terug.” Uren later werd ze huilend aangetroffen. Abandonné. Hansje en Grietje in het echt…
Personeel
Sinds augustus 2008 is er een nieuwe zuster verantwoordelijk voor Mazzarello, zr.Carine. Het is een jonge zuster die net haar noviciaat heeft afgemaakt en rechten heeft gestudeerd. Ze doet haar best, maar is niet opgeleid om dit soort werk te doen. Ze wordt bijgestaan door twee opvoedsters (mama Tete en mama Stella) die van maandag tot vrijdag werken van 8-15u, en op zaterdag van 8-12u. Verder is er nog een stagiaire (Sylvie, laatstejaarsstudente psychologie) die inwoont in het tehuis, en er altijd is op weekdagen en na de lessen. Ze woont daar al 5 jaar. Dit jaar vervoegen Yves en ik deze 4 vrouwen.
De eerste weken probeerde ik de kinderen te leren kennen, terwijl ze aan het coifferen waren, water aan het putten, of eten aan het bereiden. Ik ging bij hen zitten, en paste – wat ze in het sociaal werk noemen – ‘de presentietheorie’ (Baert) toe: niet meteen allerlei zaken proberen te organiseren, maar gewoon “aanwezig zijn bij hen, doen wat zij doen, interesse tonen, een luisterend oor”. Ik zag hoe fufu bereid werd op houtskoolvuur, plukte mee groenten en verzamelde in mijn schriftje woorden in het Lingala die zij belangrijk vonden. Zegt veel:
- matembele blaren van zoete patat
- lipapa babouche, teenslipper
- kokanga suki tresser, haarvlechten
- kitoko mooi
- tunanga nini ‘demande-moi quoi’ (begrijp nog steeds niet wat dit betekent)
- kobina dansen
- nazali kosala mosala ik ben aan het werken
- pondu maniokblaren
- biki bic, stylo
- liandi zandvlooien
In een hoekje in het bureau had ik een gitaar gevonden, wat een geluk! Geduldig onderwezen ze me hun liedjes. Samen zingend kregen we echt contact.
Teamvergadering en uurrooster
Maar de chaos bleef. En wat moest ik nu doen? Toen de overste me vroeg hoe het ging, zei ik: “ik ken de kinderen al een beetje, maar weet niet wat ik moet doen, en heb nog nooit zo’n chaos gezien. ’t Is echt heel verschillend dan mijn werkervaringen in België. Wordt hier bijvoorbeeld ooit vergaderd of overlegd?” Haar antwoord: “Dat is een goed idee. We zullen vergaderen”. En zo geschiedde. Twee weken later zaten we allemaal samen. Het eerste thema was het uurrooster. Drie vergaderingen van telkens anderhalf uur kostte het om dit eenvoudig schema op papier te krijgen. Op papier. De praktijk is zo vaak anders, dat ik het uit eigen observaties nooit had kunnen achterhalen:
- 5.30 Opstaan
- 5.30-6.30 Kamers worden gepoetst, thee wordt bereid,… iedereen heeft een werkje
- 6.30-7.00 Eten (thee en stukje brood)
- 7.00-12.00 De helft van de kinderen gaat naar naar school (de andere helft in de namiddag)
- 7.00-8.00 Opruim van het ontbijt en kleine werkjes
- 8.00-9.30 Huiswerk en studie
- 9.30-11.30 Werken (in de tuin, de bakkerij, of de kippenren, maaltijd bereiden, handwas doen, huis schoonmaken, dweilen,…)
- 11.30-12.00 Middagmaal (fufu, groenten en soms vis)
- 12.00 De tweede groep vertrekt naar school (van 12.00-17.00)
- 12.30-13.00 Maaltijd (voor groep die in de voormiddag naar school is geweest)
- 14.00-15.30 Huiswerk en studie
- 15.30-17.00 Werken (zie voormiddag)
- 17.00-18.00 Douchen (als er water is)
- 18.00-18.30 Gebed (rozenkrans en avondwoordje)
- 18.30-19.00 Vrij moment
- 19.00 Eten
- 19.30-20.30 Vrij moment (de kinderen spelen, dansen, zingen, spelen toneel,...)
Huiswerkbegeleiding
Daar niemand ons vertelde wat we moesten doen, hebben Yves en ik ons spontaan vastgebeten in de studies. De schoolresultaten zijn echt bedroevend. Velen onder hen zijn al blijven zitten, en iedereen (behalve 2 uitzonderingen die 80% halen) geraken telkens met de hakken over de sloot. De meesten onder hen zitten (ondanks hun tienerleeftijd) nog in het lager. Zeven meisjes (allen boven de 12 jaar) zijn analfabeet: ze kunnen zelfs geen 2 letters na elkaar lezen. In België zou het evident zijn dat er veel aandacht besteed wordt aan hun studies. Hier is de situatie anders, en gaat het werk voor. Als er water moet geput worden, loopt iedereen de huiswerkklas uit, of als er een bepaald werk moet gebeuren, zeggen de opvoedsters dat de kinderen vandaag geen huiswerk hebben. Regelmatig moeten we er echt voor opkomen dat ze dagelijks 1 à 1,5 uur zouden mogen studeren.
Sport, spel, creatief?
Nog een verschil met België is het grote hiaat op dit vlak. Dergelijke activiteiten worden door de opvoedsters nooit gedaan. Dat wil niet zeggen dat de kinderen niet spelen. Ze spelen heel graag met de barbiepoppen (ook de 12-jarigen), ze hebben veel spelletjes met zang, klappen en dansen,… maar er wordt nooit iets georganiseerd, en er wordt geen tijd voor voorzien. De overste ziet het belang in van deze activiteiten. De opvoedsters en de verantwoordelijke zuster niet. In het uurrooster werd (op papier) één werkmoment per week geannuleerd, dat ik vrij mag gebruiken voor knutselen en dergelijke. De realiteit echter zegt dat er altijd werk is, en dat dit voorgaat op al de rest.En Yves?
Gelukkig laat Yves zich niet zomaar afstoppen. Workoholic als hij is (;-), helpt hij stiekem mee met mijn werk in het tehuis. Zuster overste beschouwt hem echter niet als medewerker van Mazzarello. Op de teamvergadering wordt hij niet uitgenodigd. En als ze ons aan buitenstaanders voorstelt, zegt ze altijd: ‘Yves werkt aan de universiteit, Nele in het tehuis.’ Gelukkig zien de meisjes hem wel als volwaardig deel van het team. Of moeten we zeggen als ‘deel van Nele’. De kleinste, Gracia, noemt hem alvast consequent ‘Nelie’.