16 februari 2009

De glimlach van God


Op welk moment komt een kind, dat zoals bekend bij zijn geboorte van toeten weet, tot zelfbewustzijn? De Franse psycholoog Jacques Lacan wijst in de ontwikkeling van het kind op het 'spiegelstadium'. Zet een peuter voor een spiegel en hij is zot content dat hij een speelkameraadje heeft gekregen. Op een dag komt de kleine Narcissus tot het besef dat hij in feite naar zichzelf staat te zwaaien. ‘Die mens in de spiegel, dat ben ikzelf.’ Dit zou het begin zijn van zijn zelfbewustzijn.

Maar hoe moet dat dan in een land waarin spiegels een schaars goed zijn? De Zwitserse theoloog Hans Urs von Balthasar vertolkt een ander vertrekpunt:

‘Nadat een moeder wekenlang naar haar kind geglimlacht heeft, ontvangt ze op een dag voor de eerste keer het antwoord van een glimlach. Ze heeft de liefde gewekt in het hart van het kind, en met de liefde is het kind ook tot de kennis ontwaakt; zijn lege zintuiglijke indrukken krijgen vanaf nu betekenis rondom een ‘Gij’. …

Zo toont God zich voor de mens als liefde: de liefde straalt vanuit de goddelijke bron en installeert haar licht in het hart van mens. Dankzij dit licht kan de mens deze liefde zien, de absolute liefde:

“Dezelfde God die gezegd heeft: `Uit de duisternis zal licht schijnen', heeft
zijn licht laten schijnen in ons hart om de kennis te laten stralen van zijn
heerlijkheid, die over het gelaat van Jezus Christus ligt.” (2 Kor 4,6)

Op dit gelaat straalt de glimlach van de tegelijk vaderlijke en moederlijke oorsprong van de werkelijkheid.’

(uit: Alleen de liefde is geloofwaardig, 1966)

Via de glimlach van zijn moeder ontdekt het kind zichzelf en de wereld als bemind.

Kikwit. In de payote blijven na de mis wat kinderen uit de buurt hangen. We spelen het chiro-spel 'dirigentje'. Stralende gezichtjes beantwoorden Neles glimlach. Von Balthasar – Lacan: 1-0. In de prachtige omgeving die, op de palmbomen na, veel weg heeft van Assisi, welt als vanzelf het zonnelied van Franciscus op: geloofd zij de heerlijke glimlach van Broeder Zon en Zuster Regen en alle schepselen! Ver weg lijkt de harde realiteit van onze Mazzarello’s, voor wie de wereld – bij gebrek aan moeders glimlach – eerder een grimas schijnt. Een paar dagen bij de broeders van de Tibériade leert ons echter dat in hun leven wel degelijk beide aspecten hun plaats hebben. In alledaagse ontmoetingen en in hun gebed uit zich hun diepe verbondenheid met de wereld in al haar schoonheid én haar lijden.
+
Toen ze aan de plaatselijke bisschop vroegen waarmee ze als missionaris van dienst konden zijn, antwoordde die eenvoudig: «aimez le peuple de Kikwit». Dat proberen wij ook in Kinshasa. Makkelijker gezegd dan gedaan. Het doet deugd om met Frère Joseph te praten. Vier jaar geleden kwam hij in Congo aan. We herkennen veel van onze eigen moeilijkheden in wat hij vertelt over zijn ervaring. ‘Hoe hou je het vol?’ vragen we. Frère Joseph vertelt een verhaal over Don Bosco. Die zag ook zijn peren af in het begin. Ten einde raad riep hij de hulp in van zijn moeder. Toen Don Bosco’s belhamels het weer eens uithingen, vroeg mama Margaretha vertwijfeld aan haar zoon wat de zin was van hun missie. Don Bosco zei niks, maar wees naar het kruisbeeld dat in de kamer hing. Ook Jezus’ liefde werd niet beantwoord, en toch beminde Hij – tot het uiterste. ‘Het is gemakkelijk om iemand graag te zien als het wederzijds is. Misschien gaat het erom te leren lief te hebben op een gratuïte manier. Niets terug verwachten. Zoals Christus.’

Frère Pascal en frère Joseph op bezoek bij onze Mazzarello's